All Categories
Featured
Table of Contents
Deze kunnen zich presenteren door melena of hematemesis. Wanneer hier sprake van is is een spoedinterventie geïndiceerd - dikke darm stoma. De patiënt wordt gestabiliseerd en daarna zo snel mogelijk behandeling middels endoscopie: thermische coagultie, injectie met adrenaline of alcohol of een scleroserend middel of hechting van de bloeding. Differentiaal diagnostisch moet gedacht worden aan: slokdarmvarices, oesofagitis, Mallory-Weiss, hemoragische gastritis door alcoholgebruik, angiodysplasie, aortaduodenale fistel, pancreascyste, hemobillie, maligniteit van slokdarm, maag of duodenum
95% van de patiënten met een ulcus duodeni heeft H.Pylori, 100% van de patiënten met een ulcus gastricum. 3% van de tumoren van de maag zijn benigne. Dit zijn vooral poliepen van het slijmvlies en leiomyomen - stomazorg. Sommige poliepen kunnen maligne ontaarden. Meestal kunnen deze endoscopisch worden gereseceerd. dikke darm stoma. Maligniteiten van e maag zijn vooral adenocarcinomen en lymfomen
Behandeling bestaat uit een subtotale maagresectie volgens B2 of Roux-en-Y. Als de tumor te groot is wordt een totale maagresectie uitgevoerd. Patiënten dienen hierna eens per twee maanden een injectie met vitamine B12 te krijgen, omdat zij anders anemie zullen ontwikkelen. Complicaties van een maagresectie is het ‘dumping’ syndroom. Door snelle passage van voedsel door het eerste deel van de darm treden zo’n 10 minuten na de maaltijd misselijkheid, bleekheid, zweten, hartkloppingen en gevoel van zwakte op.
Eten verminderd de pijn. dikke darm stoma. Diagnose vindt plaats door middel van endoscopie en behandeling is primair mediamenteus net als bij een gastrisch ulcus. Wanneer er sprake is van een bloeding kan een endoscopische interventie verricht worden of eventueel een chirurgische interventie gedaan worden. Chirurgisch ingrijpen is geïndiceerd wanneer de endoscopische interventies er weer een recidief optreedt, de patiënt in shock is of het bloeden langzaam doorgaat
Wanneer het duodenum geperforeerd is, wordt de perforatie overhecht met een duodenumslip - dikke darm stoma. Differentiaaldiagnostisch moet gedacht worden aan gastritis, appendicitis, pancreatitis, cholecystitis, ileus en perforatie van een hol orgaan. De meest voorkomende maligniteit is een adenocarcinoom van het duodenum. De vijfjaarsoverleving is 28%. Een deel van deze carcinomen wordt veroorzaakt door de FAP-mutatie (familiary adenomatosis poliposis) op het APC gen
Behandeling is resectie of totale excisie met transplantatie van de lever. Alleen wanneer de gehele tumor verwijderd kan worden is curatie mogelijk - dikke darm stoma. Ondanks dat loopt de mortaliteit van een resectie op tot 20%. Classificatie gebeurt via de Child Pugh score. Aan de hand van onderstaande tabel wordt de Child-indeling bepaald
Bij C is transplantatie de enige curatieve mogelijkheid. Wanneer sprake is van extrahepatische uitbreiding is curatie niet meer mogelijk - dikke darm stoma. Bilirubin totaal<34 umol/l34-50 umol/l>50 umol/lSerum albumine>35 g/l28-35 g/l<28 g/lINR<1,71,7-2,2>2,2AscitesgeenmatigErnstigHepatische encephalopathygeenLicht of te onderdrukkan met medicatieErnstig of refractairSecundaire levertumoren komen in westerse landen (lage hepatitisprevalentie) het meest voor. In Meer dan 50% van de gevallen betreft het metastasen vanuit het colon
Bij metastasen van colon en rectumtumoren is curatieve behandeling mogelijk mits de tumoren radicaal gereseceerd worden. Hier is sprake va bij 20% van de patiënten met een naar de lever uitgezaaide darmtumor. dikke darm stoma. Resectie van de lever kan uitgevoerd worden tot er minimaal twee leversegmenten over blijven. Eventueel is er plaats voor (neo)adjuvante chemotherapie
Als de levermetastasen niet resecabel zijn is de gemiddelde overleving een jaar en de vijfjaarsoverleving nihil. Galstenen komen veel voor (dikke darm stoma). Patiënten die hoog risico hebben zijn vrouwen in de vruchtbare levensfase van rond de veertig met overgewicht (female – fertile – forty – fat). 75% van de stenen bestaat uit cholesterol
Waneer een steen vast komt te zitten in de ductus treedt een koliekaanval op. Hierbij is typisch een aanvalsgewijze pijn rechts boven in de buik uitstralend naar de rug/schouder, met misselijkheid en braken en na afloop donkere urine of ontkleurde ontlasting. Vaak worden aanvallen uitgelokt door vet eten. Wanneer de galafvloed ernstig belemmerd wordt kan de patiënt icterisch worden.
Bij laboratoriumonderzoek zijn het alkalisch fosfatase en gamma-GT vaak verhoogd - dikke darm stoma. Wanneer de galwegen afgesloten worden zal het bilirubinegehalte stijgen - introcan safety deepaccess. Wanneer het bilirubinegehalte hoog blijft, en er mogelijk een steen vast zit in de ductus, wordt een ERCP verricht. Hierbij wordt door middel van contrast gekeken of er daadwerkelijk een steen vast zit
Hierbij wordt de galblaas verwijderd. Tumoren aan de galwegen en galblaas zijn zelfzaam in europa. Galblaascarcinoom wordt bij toeval ontdekt bij 1 a 2% van de cholecystectomiepreparaten - dikke darm stoma. Het eerste symptoom dat optreedt is icterus, vaak is dit een stille icterus (zonder bijkomende symptomen), soms is er sprake van gewichtsverlies. Door middel van een echo of CT wordt de maligniteit gediagnosticeerd
Afhankelijk van de resectabiliteit wordt de prognose bepaald. Een tumor aan de galblaas is beter te behandelen. Wanneer de tumor in zijn geheel gereseceerd wordt is de vijfjaarsoverleving 60%. Ook bij een galblaastumor is geen plaats voor chemo- en radiotherapie. De pancreas ontwikkelt zich op twee plaatsen: dorsaal en ventraal.
De ventrale zijde van de embryonale pancreas wordt de pancreaskop en processus uncinatus. dikke darm stoma. De dorsale pancreas vormt de pancreasstaart. In de panceas bevinden zich twee ducti voor de afvoer van gal en pancreassappen. De grootste ductus is de ductus pancreaticus die door de gehele pancreas loopt, samengaat met de ductus choledochus en uitmondt via de papil van Vater in het duodenum
Deze mondt in het duodenum uit via de papilla minor. Acute panceatitis is een acute ontsteking van pancreas en omliggende structuren. In het overgrote deel van de gevallen is alcohol de oorzaak. dikke darm stoma. Overige oorzaken zijn galstenen, idiopathisch (na een ERCP), trauma en tumoren. 80% van de pancreatitiden verloopt mild en geneest zonder restverschijnselen
Het CRP is bij een pancreatitis verhoogd. dikke darm stoma. Hoe hoger het CRP hoe ernstiger de pancreatitis. Behandeling bestaat uit ondersteuning: vochtinfusie, pijnbestrijding, correctie van metabole stoornissen en eventueel respiratoire ondersteuning. Wanneer stenen de oorzaak zijn van de pancreatitis wordt een ERCP verricht en in een rustiger stadium een cholecystectomie. Mortaliteit is afhankelijk van het opteden van multiorgaanfalen, comorbiditeiten en secundaire infecties
Hierbij is er sprake van destructie en fibrosevorming van het pancreasweefsel. De endo- en exocriene functie gaat verloren. Chronische pancreatitis is chronisch. Behandeling bestaat uit pijnstilling, stoppen met alcoholgebruik, suppletie van pancreasenzymen en diabetesbehandeling. Chirurgisch kan de coeliacus geblokkeerd worden of kan een splanchicotomie verricht worden. Dit geeft bij 80% van de patiënten verbetering van de klachten, dit heeft echter geen effect op de hormonale functie.
Endocriene tumoren als een insulinoom zijn zeldzaam (2%). Soms zijn tumoren in de pancreas uitzaaiingen van tumoren in de mammae of nieren of van een melanoom. Sommige pancreastumoren zijn gerelateerd aan het Syndroom van peutz-Jegers (dikke darm stoma). Patiënten met chronische pancreatitis hebben een hoge kans op het ontwikkelen van pancreascarcinoom. Een tumor aan de pancreas geeft vaak pas in een laat stadium klachten: icterus, jeuk en gewichtsverlies
Bij 10% van de patiënten is in de laatste 3 maanden diabetes mellitus gediagnosticeerd. De vijfjaarsoverleving is, zelfs na resectie, maar 10-20% (dikke darm stoma). Maar 10-15% van de patiënten komt in aanmerking voor een resectie. Resectie vindt plaats volgens Whipple, dit is een subtotale pancreaticoduodenectomie, waarbij het distale deel van de maag, een deel van het duodenum, de pancreaskop en de ductus choledochus verwijderd worden
Op een buikoverzichtsfoto zijn uitgezette darmlissen zichtbaar. Er is geen of weinig lucht in de dikke darm te zien. Echo is van weinig waarde. Een Ct-scan kan zinvol zijn in het acute stadium - dikke darm stoma. Behandeling van een patiënt met ileus bestaat uit rehydratie, inbrengen van een maagsonde om aspiratie te voorkomen, toedienen van antibiotica en snel chirurgisch ingrijpen
Tumoren proximaal in de dunne darm zijn meestal van dit type. Distale tumoren zijn vaker carcinoïd. Deze kankersoort komt ook frequent voor in de appendix. Deze tumoren groeien zeer langzaam. Carcinoïd van de dunne darm metastaseert vaak. Andere tumoren zijn de GIST en lymfomen. Wanneer de dunne darm obstrueert op basis van een tumor is er vaak al sprake van intra-abdominale metastasering of doorgroei in de omgeving en zijn er vaak weinig behandelmogelijkheden meer.
Wanneer de patiënt erg ziek is kan de darm soms tot rust gebracht worden door enkele dagen niet per os te voeden maar via sonde- of parenteraalvoeding. dikke darm stoma. Vaak treedt dan snel remissie op. Wanneer een deel van de darm gereseceerd moet worden, dient dit zo sparend mogelijk gedaan te worden om zoveel mogelijk darm acher te laten en een short bowel syndrome te voorkomen
75% van de patiënten met de ziekte van Crohn zal ooit in het leven een darmresectie ondergaan (dikke darm stoma). Het is belangrijk om bij aandoeningen aan de darmen of het rectum te vragen naar de ontlasting: frequentie, consistentie, bijmenging van bloed of slijm, loze aandrang (tenesmi ad ani) (dikke darm stoma) (geautomatiseerde infuustherapie). Tevens is het belangrijk om te vragen of er in de familie darmkanker voorkomt
Latest Posts
Stoma Paste Application
Vlijtig Liesje Thuishulp
Thuishulp Psychiatrie